Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Zo ik goddeloos ben, wee mij! En ben ik rechtvaardig, ik zal mijn hoofd niet opheffen; ik ben zat van schande, maar aanzie mijn ellende.
New American Standard Bible
'If I am wicked, woe to me! And if I am righteous, I dare not lift up my head. I am sated with disgrace and conscious of my misery.
Kruisreferenties
Jesaja 3:11
Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden.
Job 9:15
Denwelken ik, zo ik rechtvaardig ware, niet zou antwoorden; mijn Rechter zal ik om genade bidden.
Job 10:7
Het is Uw wetenschap, dat ik niet goddeloos ben; nochtans is er niemand, die uit Uw hand verlosse.
Psalmen 25:18
Resch. Aanzie mijn ellende, en mijn moeite, en neem weg al mijn zonden.
Exodus 3:7
En de HEERE zeide: Ik heb zeer wel gezien de verdrukking Mijns volks, hetwelk in Egypte is, en heb hun geschrei gehoord, vanwege hun drijvers; want Ik heb hun smarten bekend.
Job 9:12
Zie, Hij zal roven, wie zal het Hem doen wedergeven? Wie zal tot Hem zeggen: Wat doet Gij?
Job 9:20-21
Zo ik mij rechtvaardig, mijn mond zal mij verdoemen; ben ik oprecht, Hij zal mij toch verkeerd verklaren.
Job 9:29
Ik zal toch goddeloos zijn; waarom dan zal ik ijdellijk arbeiden?
Job 21:6
Ja, wanneer ik daaraan gedenk, zo word ik beroerd, en mijn vlees heeft een gruwen gevat.
Job 23:15
Hierom word ik voor Zijn aangezicht beroerd; aanmerk het, en vrees voor Hem;
Job 27:7
Mijn vijand zij als de goddeloze, en die zich tegen mij opmaakt, als de verkeerde.
Psalmen 9:17
De goddelozen zullen terugkeren, naar de hel toe, alle godvergetende heidenen.
Psalmen 119:153
Resch. Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten.
Jesaja 6:5
Toen zeide ik: Wee mij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is; want mijn ogen hebben den Koning, den HEERE der heirscharen gezien.
Jesaja 64:5-6
Gij ontmoet den vrolijke, en die gerechtigheid doet dengenen, die Uwer gedenken op Uw wegen; zie, Gij waart verbolgen, omdat wij gezondigd hebben; in dezelve is de eeuwigheid, opdat wij behouden wierden.
Klaagliederen 1:20
Resch. Aanzie, HEERE, want mij is bange; mijn ingewand is beroerd, mijn hart heeft zich omgekeerd in het binnenste van mij, want ik ben zeer wederspannig geweest; van buiten heeft mij het zwaard van kinderen beroofd, van binnen is als de dood.
Klaagliederen 5:1-22
Gedenk, HEERE, wat ons geschied is, aanschouw het, en zie onzen smaad aan.
Maleachi 3:18
Dan zult gijlieden wederom zien, het onderscheid tussen den rechtvaardige en den goddeloze, tussen dien, die God dient, en dien, die Hem niet dient.
Lukas 17:10
Alzo ook gij, wanneer gij zult gedaan hebben al hetgeen u bevolen is, zo zegt: Wij zijn onnutte dienstknechten; want wij hebben maar gedaan, hetgeen wij schuldig waren te doen.
Romeinen 2:8-9
Maar dengenen, die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden;