Job 10:16
Want zij verheft zich; gelijk een felle leeuw jaagt Gij mij; Gij keert weder en stelt U wonderlijk tegen mij.
Jesaja 38:13
Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Klaagliederen 3:10
Daleth. Hij is mij een loerende beer, een leeuw in verborgen plaatsen.
Job 5:9
Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; wonderen, die men niet tellen kan;
Numberi 16:29-30
Indien deze zullen sterven, gelijk alle mensen sterven, en over hen een bezoeking zal gedaan worden, naar aller mensen bezoeking, zo heeft mij de HEERE niet gezonden.
Deuteronomium 28:59
Zo zal de HEERE uw plagen wonderlijk maken, mitsgaders de plagen van uw zaad; het zullen grote en gewisse plagen, en boze en gewisse krankten zijn.
Hosea 13:7-8
Dies werd Ik hun als een felle leeuw; als een luipaard loerde Ik op den weg.
Amos 3:8
De leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De Heere HEERE heeft gesproken, wie zou niet profeteren?
Treasury of Scripture Knowledge did not add