Job 10:3

Is het U goed, dat Gij verdrukt, dat Gij verwerpt den arbeid Uwer handen, en over den raad der goddelozen schijnsel geeft?

Job 14:15

Dat Gij zoudt roepen, en ik U zou antwoorden, dat Gij tot het werk Uwer handen zoudt begerig zijn.

Psalmen 138:8

De HEERE zal het voor mij voleinden; Uw goedertierenheid, HEERE! is in der eeuwigheid; en laat niet varen de werken Uwer handen.

Jesaja 64:8

Doch nu, HEERE! Gij zijt onze Vader; wij zijn leem, en Gij zijt onze pottenbakker, en wij allen zijn Uwer handen werk.

Job 8:20

Zie, God zal den oprechte niet verwerpen; Hij vat ook de boosdoeners niet bij de hand;

Job 9:22

Dat is een ding, daarom zeg ik: Den oprechte en den goddeloze verdoet Hij.

Job 9:24

De aarde wordt gegeven in de hand des goddelozen; Hij overdekt het aangezicht harer rechteren; zo niet, wie is Hij dan?

Job 21:16

Doch ziet, hun goed is niet in hun hand; de raad der goddelozen is verre van mij.

Job 22:18

Hij had immers hun huizen met goed gevuld; daarom is de raad der goddelozen verre van mij.

Job 34:5-7

Want Job heeft gezegd: Ik ben rechtvaardig, en God heeft mijn recht weggenomen.

Job 34:18-19

Zou men tot een koning zeggen: Gij Belial; tot de prinsen: Gij goddelozen!

Job 36:7-9

Hij onttrekt Zijn ogen niet van den rechtvaardige, maar met de koningen zijn zij in den troon; daar zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven.

Job 36:17-18

Maar gij hebt het gericht des goddelozen vervuld; het gericht en het recht houden u vast.

Job 40:2

Gord nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij.

Job 40:8

Verberg hen te zamen in het stof; verbind hun aangezichten in het verborgen!

Psalmen 69:33

Want de HEERE hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen niet.

Jeremia 12:1-3

Gij zoudt rechtvaardig zijn, o HEERE! wanneer ik tegen U zou twisten; ik zal nochtans van Uw oordelen met U spreken; waarom is der goddelozen weg voorspoedig, waarom hebben zij rust, allen, die trouwelooslijk trouweloosheid bedrijven?

Klaagliederen 3:2-18

Aleph. Hij heeft mij geleid en gevoerd in de duisternis, en niet in het licht.

1 Petrus 4:19

Zo dan ook die lijden naar den wil van God, dat zij hun zielen Hem, als den getrouwen Schepper, bevelen met weldoen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd