Job 13:24

Waarom verbergt Gij Uw aangezicht, en houdt mij voor Uw vijand?

Job 19:11

Daartoe heeft Hij Zijn toorn tegen mij ontstoken, en mij bij Zich geacht als Zijn vijanden.

Klaagliederen 2:5

He. De Heere is geworden als een vijand; Hij heeft Israel verslonden, Hij heeft al haar paleizen verslonden. Hij heeft deszelfs vastigheden verdorven; en Hij heeft bij de dochter van Juda het klagen en kermen vermenigvuldigd.

Deuteronomium 32:20

En Hij zeide: Ik zal Mijn aangezicht van hen verbergen; Ik zal zien, welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd geslacht, kinderen, in welke geen trouw is.

Job 33:10

Zie, Hij vindt oorzaken tegen mij, Hij houdt mij voor Zijn vijand.

Psalmen 13:1

Een psalm van David, voor den opperzangmeester.

Jesaja 8:17

Daarom zal ik den Heere verbeiden, Die Zijn aangezicht verbergt voor het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten.

Psalmen 44:24

Waarom zoudt Gij Uw aangezicht verbergen, onze ellende en onze onderdrukking vergeten?

Psalmen 88:14

HEERE! waarom verstoot Gij mijn ziel, en verbergt Uw aanschijn voor mij?

1 Samuël 28:16

Toen zeide Samuel: Waarom vraagt gij mij toch, dewijl de HEERE van u geweken en uw vijand geworden is?

Job 10:2

Ik zal tot God zeggen: Verdoem mij niet; doe mij weten, waarover Gij met mij twist.

Job 16:9

Zijn toorn verscheurt, en Hij haat mij; Hij knerst over mij met Zijn tanden; mijn wederpartijder scherpt zijn ogen tegen mij.

Job 29:2-3

Och, of ik ware, gelijk in de vorige maanden, gelijk in de dagen, toen God mij bewaarde!

Job 30:21

Gij zijt veranderd in een wrede tegen mij; door de sterkte Uwer hand wederstaat Gij mij hatelijk.

Job 31:35

Och, of ik een hadde, die mij hoorde! Zie, mijn oogmerk is, dat de Almachtige mij antwoorde, en dat mijn tegenpartij een boek schrijve.

Psalmen 10:1

O HEERE! waarom staat Gij van verre? waarom verbergt Gij U in tijden van benauwdheid?

Psalmen 77:6-9

Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht:

2 Thessalonicenzen 3:15

En houdt hem niet als een vijand, maar vermaant hem als een broeder.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd