Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Waarom verbergt Gij Uw aangezicht, en houdt mij voor Uw vijand?
New American Standard Bible
"Why do You hide Your face And consider me Your enemy?
Kruisreferenties
Job 19:11
Daartoe heeft Hij Zijn toorn tegen mij ontstoken, en mij bij Zich geacht als Zijn vijanden.
Klaagliederen 2:5
He. De Heere is geworden als een vijand; Hij heeft Israel verslonden, Hij heeft al haar paleizen verslonden. Hij heeft deszelfs vastigheden verdorven; en Hij heeft bij de dochter van Juda het klagen en kermen vermenigvuldigd.
Deuteronomium 32:20
En Hij zeide: Ik zal Mijn aangezicht van hen verbergen; Ik zal zien, welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd geslacht, kinderen, in welke geen trouw is.
Job 33:10
Zie, Hij vindt oorzaken tegen mij, Hij houdt mij voor Zijn vijand.
Psalmen 13:1
Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
Jesaja 8:17
Daarom zal ik den Heere verbeiden, Die Zijn aangezicht verbergt voor het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten.
Psalmen 44:24
Waarom zoudt Gij Uw aangezicht verbergen, onze ellende en onze onderdrukking vergeten?
Psalmen 88:14
HEERE! waarom verstoot Gij mijn ziel, en verbergt Uw aanschijn voor mij?
1 Samuël 28:16
Toen zeide Samuel: Waarom vraagt gij mij toch, dewijl de HEERE van u geweken en uw vijand geworden is?
Job 10:2
Ik zal tot God zeggen: Verdoem mij niet; doe mij weten, waarover Gij met mij twist.
Job 16:9
Zijn toorn verscheurt, en Hij haat mij; Hij knerst over mij met Zijn tanden; mijn wederpartijder scherpt zijn ogen tegen mij.
Job 29:2-3
Och, of ik ware, gelijk in de vorige maanden, gelijk in de dagen, toen God mij bewaarde!
Job 30:21
Gij zijt veranderd in een wrede tegen mij; door de sterkte Uwer hand wederstaat Gij mij hatelijk.
Job 31:35
Och, of ik een hadde, die mij hoorde! Zie, mijn oogmerk is, dat de Almachtige mij antwoorde, en dat mijn tegenpartij een boek schrijve.
Psalmen 10:1
O HEERE! waarom staat Gij van verre? waarom verbergt Gij U in tijden van benauwdheid?
Psalmen 77:6-9
Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht:
2 Thessalonicenzen 3:15
En houdt hem niet als een vijand, maar vermaant hem als een broeder.