Job 17:13

Zo ik wacht, het graf zal mijn huis wezen; in de duisternis zal ik mijn bed spreiden.

Job 3:13

Want nu zou ik nederliggen, en stil zijn; ik zou slapen, dan zou voor mij rust wezen;

Job 10:21-22

Eer ik henenga (en niet wederkom) in een land der duisternis en der schaduwe des doods;

Job 14:14

Als een man gestorven is, zal hij weder leven? Ik zou al de dagen mijns strijds hopen, totdat mijn verandering komen zou.

Job 17:1

Mijn geest is verdorven, mijn dagen worden uitgeblust, de graven zijn voor mij.

Job 30:23

Want ik weet, dat Gij mij ter dood brengen zult, en tot het huis der samenkomst aller levenden.

Psalmen 27:14

Wacht op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht op den HEERE.

Psalmen 139:8

Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie, Gij zijt daar.

Jesaja 57:2

Hij zal ingaan in den vrede; zij zullen rusten op hun slaapsteden, een iegelijk, die in zijn oprechtheid gewandeld heeft.

Klaagliederen 3:25-26

Teth. De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain