Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Gij hebt nu tienmaal mij schande aangedaan; gij schaamt u niet, gij verhardt u tegen mij.
New American Standard Bible
"These ten times you have insulted me; You are not ashamed to wrong me.
Kruisreferenties
Genesis 31:7
Maar uw vader heeft bedriegelijk met mij gehandeld, en heeft mijn loon tien malen veranderd; doch God heeft hem niet toegelaten, om mij kwaad te doen.
Genesis 42:7
Als Jozef zijn broederen zag, zo kende hij hen; maar hij hield zich vreemd jegens hen, en sprak hard met hen, en zeide tot hen: Van waar komt gij? En zij zeiden: Uit het land Kanaan; om spijze te kopen.
Leviticus 26:26
Als Ik u den staf des broods zal gebroken hebben, dan zullen tien vrouwen uw brood in een oven bakken, en zullen uw brood bij het gewicht wedergeven; en gij zult eten, maar niet verzadigd worden.
Numberi 14:22
Want al de mannen, die gezien hebben Mijn heerlijkheid, en Mijn tekenen, die Ik in Egypte en in de woestijn gedaan heb, en Mij nu tienmaal verzocht hebben, en Mijner stem niet zijn gehoorzaam geweest;
Nehemia 4:12
En het geschiedde, als de Joden, die bij hen woonden, kwamen, dat zij het ons wel tienmaal zeiden, uit al de plaatsen, door dewelke gij tot ons wederkeert.
Job 4:6-11
Was niet uw vreze Gods uw hoop, en de oprechtheid uwer wegen uw verwachting?
Job 5:3-4
Ik heb gezien een dwaas wortelende; doch terstond vervloekte ik zijn woning.
Job 8:4-6
Indien uw kinderen gezondigd hebben tegen Hem, Hij heeft hen ook in de hand hunner overtreding geworpen.
Job 11:3
Zouden uw leugenen de lieden doen zwijgen, en zoudt gij spotten, en niemand u beschamen?
Job 11:14
Indien er ondeugd in uw hand is, doe die verre weg; en laat het onrecht in uw tenten niet wonen.
Job 15:4-6
Ja, gij vernietigt de vreze, en neemt het gebed voor het aangezicht Gods weg.
Job 15:11-12
Zijn de vertroostingen Gods u te klein, en schuilt er enige zaak bij u?
Job 18:4-21
O gij, die zijn ziel verscheurt door zijn toorn! Zal om uwentwil de aarde verlaten worden, en zal een rots versteld worden uit haar plaats?
Job 19:17
Mijn adem is mijn huisvrouw vreemd; en ik smeek om der kinderen mijns buiks wil.
Psalmen 69:8
Ik ben mijn broederen vreemd geworden, en onbekend aan mijner moeders kinderen.
Daniël 1:20
En in alle zaken van verstandige wijsheid, die de koning hun afvroeg, zo vond hij hen tienmaal boven al de tovernaars en sterrekijkers, die in zijn ganse koninkrijk waren.