Job 22:10
Daarom zijn strikken rondom u, en vervaardheid heeft u haastelijk beroerd.
Job 18:8-10
Want met zijn voeten zal hij in het net geworpen worden, en zal in het wargaren wandelen.
Job 6:4
Want de pijlen des Almachtigen zijn in mij, welker vurig venijn mijn geest uitdrinkt; de verschrikkingen Gods rusten zich tegen mij.
Job 13:21
Doe Uw hand verre van op mij, en Uw verschrikking make mij niet verbaasd.
Job 19:6
Weet nu, dat God mij heeft omgekeerd, en mij met Zijn net omsingeld.
Psalmen 11:6
Hij zal op de goddelozen regenen strikken, vuur en zwavel; en een geweldige stormwind zal het deel huns bekers zijn.
Spreuken 1:27
Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt;
Spreuken 3:25-26
Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt.
1 Thessalonicenzen 5:3
Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd