Job 22:8
Maar was er een man van geweld, voor dien was het land, en een aanzienlijk persoon woonde daarin.
Jesaja 9:15
Want de leiders dezes volks zijn verleiders, en die van hen geleid worden, worden ingeslokt.
1 Koningen 21:11-15
En de mannen zijner stad, die oudsten en die edelen, die in zijn stad woonden, deden gelijk als Izebel tot hen gezonden had; gelijk als geschreven was in de brieven, die zij tot hen gezonden had.
Job 13:8
Zult gij Zijn aangezicht aannemen? Zult gij voor God twisten?
Job 29:7-17
Toen ik uitging naar de poort door de stad, toen ik mijn stoel op de straat liet bereiden.
Job 31:34
Zeker, ik kon wel een grote menigte geweldiglijk onderdrukt hebben; maar de verachtste der huisgezinnen zou mij afgeschrikt hebben; zodat ik gewezen zou hebben, en ter deure niet uitgegaan zijn.
Psalmen 12:8
[ (Psalms 12:9) De goddelozen draven rondom, wanneer de snoodsten van des mensenkinderen verhoogd worden. ]
Jesaja 3:3
Den overste van vijftig, en den aanzienlijke, en den raadsman, en den wijze onder de werkmeesters, en dien, die kloek ter tale is.
Micha 7:3
Om met beide handen wel dapper kwaad te doen, zo eist de vorst, en de rechter oordeelt om vergelding; en de grote spreekt de verderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht ineen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd