Job 23:11

Aan Zijn gang heeft mijn voet vastgehouden; Zijn weg heb ik bewaard, en ben niet afgeweken.

Psalmen 44:18

Ons hart is niet achterwaarts gekeerd, noch onze gang geweken van Uw pad.

Psalmen 17:5

Houdende mijn gangen in Uw sporen, opdat mijn voetstappen niet zouden wankelen.

Psalmen 125:5

Maar die zich neigen tot hun kromme wegen, die zal de HEERE weg doen gaan met de werkers der ongerechtigheid. Vrede zal over Israel zijn!

1 Samuël 12:2-5

En nu, ziet, daar trekt de koning voor uw aangezicht heen, en ik ben oud en grijs geworden, en ziet, mijn zonen zijn bij ulieden; en ik heb voor uw aangezichten gewandeld van mijn jeugd af tot dezen dag toe.

Job 17:9

En de rechtvaardige zal zijn weg vasthouden, en die rein van handen is, zal in sterkte toenemen.

Psalmen 18:20-24

De HEERE vergold mij naar mijn gerechtigheid, Hij gaf mij weder naar de reinigheid mijner handen.

Psalmen 36:3

De woorden zijns monds zijn onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan tot weldoen.

Zefanja 1:6

En die terugkeren van achter den HEERE; en die den HEERE niet zoeken, en vragen naar Hem niet.

Lukas 8:13-15

En die op de steenrots bezaaid worden, zijn dezen, die, wanneer zij het gehoord hebben, het Woord met vreugde ontvangen; en dezen hebben geen wortel, die maar voor een tijd geloven, en in den tijd der verzoeking wijken zij af.

Handelingen 20:18-19

En als zij tot hem gekomen waren, zeide hij tot hen: Gijlieden weet, van den eersten dag af, dat ik in Azie ben aangekomen, hoe ik bij u den gansen tijd geweest ben;

Handelingen 20:33-34

Ik heb niemands zilver, of goud, of kleding begeerd.

Romeinen 2:7

Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven;

2 Corinthiër 1:12

Want onze roem is deze, namelijk de getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid Gods, niet in vleselijke wijsheid, maar in de genade Gods, in de wereld verkeerd hebben, en allermeest bij ulieden.

1 Thessalonicenzen 2:10

Gij zijt getuigen, en God, hoe heilig, en rechtvaardig, en onberispelijk wij u, die gelooft, geweest zijn.

2 Petrus 2:20-22

Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste.

Treasury of Scripture Knowledge did not add