Job 24:18

Hij is licht op het vlakke der wateren; vervloekt is hun deel op de aarde; hij wendt zich niet tot den weg der wijngaarden.

Deuteronomium 28:16-20

Vervloekt zult gij zijn in de stad, en vervloekt zult gij zijn in het veld.

Job 9:26

Zij zijn voorbijgevaren met jachtschepen; gelijk een arend naar het aas toevliegt.

Job 22:16

Die rimpelachtig gemaakt zijn, als het de tijd niet was; een vloed is over hun grond uitgestort;

Psalmen 58:7

Laat hen smelten als water, laat hen daarhenen drijven; legt hij zijn pijlen aan, laat hen zijn, alsof zij afgesneden waren.

Psalmen 69:22

Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en tot volle vergelding tot een valstrik.

Psalmen 73:18-20

Immers zet Gij hen op gladde plaatsen; Gij doet hen vallen in verwoestingen.

Spreuken 3:33

De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen.

Jesaja 23:10

Ga door naar uw land, als een rivier, gij dochter van Tarsis! er is geen gordel meer.

Maleachi 2:2

Indien gij het niet zult horen, en indien gij het niet zult ter harte nemen, om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE der heirscharen, zo zal Ik den vloek onder u zenden, en Ik zal uw zegeningen vervloeken; ja, Ik heb ook alrede elkeen derzelve vervloekt, omdat gij het niet ter harte neemt.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain