Job 29:10

De stem der vorsten verstak zich, en hun tong kleefde aan hun gehemelte.

Psalmen 137:6

Mijn tong kleve aan mijn gehemelte, zo ik aan u niet gedenke, zo ik Jeruzalem niet verheffe boven het hoogste mijner blijdschap!

Ezechiël 3:26

En Ik zal uw tong aan uw gehemelte doen kleven, dat gij stom worden zult, en zult hun niet zijn tot een bestraffenden man; want zij zijn een wederspannig huis.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain