Job 30:4

Die ziltige kruiden plukten bij de struiken, en welker spijze was de wortel der jeneveren.

2 Koningen 4:38-39

Als nu Elisa weder te Gilgal kwam, zo was er honger in dat land, en de zonen der profeten zaten voor zijn aangezicht; en hij zeide tot zijn jongen: Zet den groten pot aan, en zied moes voor de zonen der profeten.

Amos 7:14

Toen antwoordde Amos, en zeide tot Amazia: Ik was geen profeet, en ik was geen profetenzoon; maar ik was een ossenherder, en las wilde vijgen af.

Lukas 15:16

En hij begeerde zijn buik te vullen met den draf, dien de zwijnen aten; en niemand gaf hem dien.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd