Job 32:15

Zij zijn ontzet, zij antwoorden niet meer; zij hebben de woorden van zich verzet.

Job 6:24-25

Leert mij, en ik zal zwijgen, en geeft mij te verstaan, waarin ik gedwaald heb.

Job 29:22

Na mijn woord spraken zij niet weder, en mijn rede drupte op hen.

Mattheüs 7:23

En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!

Mattheüs 22:22

En zij, dit horende, verwonderden zich, en Hem verlatende, zijn zij weggegaan.

Mattheüs 22:26

Desgelijks ook de tweede, en de derde, tot de zevende toe.

Mattheüs 22:34

En de Farizeen, gehoord hebbende, dat Hij de Sadduceen den mond gestopt had, zijn te zamen bijeenvergaderd.

Mattheüs 22:46

En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand durfde Hem van dien dag aan iets meer vragen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain