Job 32:20

Ik zal spreken, opdat ik voor mij lucht krijge; ik zal mijn lippen openen, en zal antwoorden.

Job 13:13

Houdt stil van mij, opdat ik spreke, en er ga over mij, wat het zij.

Job 13:19

Wie is hij, die met mij twist? Wanneer ik nu zweeg, zo zou ik den geest geven.

Job 20:2

Daarom doen mijn gedachten mij antwoorden, en over zulks is mijn verhaasten in mij.

Job 21:3

Verdraagt mij, en ik zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben, spot dan.

Spreuken 8:6-7

Hoort, want ik zal vorstelijke dingen spreken, en de opening Mijner lippen zal enkel billijkheid zijn.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain