Job 33:2
Zie nu, ik heb mijn mond opengedaan; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte.
Job 3:1
Daarna opende Job zijn mond, en vervloekte zijn dag.
Job 31:30
(Ook heb ik mijn gehemelte niet toegelaten te zondigen, mits door een vloek zijn ziel te begeren).
Psalmen 78:2
Ik zal mijn mond opendoen met spreuken; ik zal verborgenheden overvloediglijk uitstorten, van ouds her;
Mattheüs 5:2
En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende:
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd