Job 33:29
Zie, dit alles werkt God tweemaal of driemaal met een man;
Efeziërs 1:11
In Hem, in Welken wij ook een erfdeel geworden zijn, wij, die te voren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen, Die alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil;
Filippenzen 2:13
Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.
1 Corinthiërs 12:6
En er is verscheidenheid der werkingen, doch het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.
2 Koningen 6:10
Daarom zond de koning van Israel henen aan die plaats, waarvan hem de man Gods gezegd en hem gewaarschuwd had, en wachtte zich aldaar, niet eenmaal, noch tweemaal.
Job 33:14-17
Maar God spreekt eens of tweemaal; doch men let niet daarop.
Job 40:5
Versier u nu met voortreffelijkheid en hoogheid, en bekleed u met majesteit en heerlijkheid!
2 Corinthiër 5:5
Die ons nu tot ditzelfde bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des Geestes gegeven heeft.
2 Corinthiër 12:8
Hierover heb ik den Heere driemaal gebeden, opdat hij van mij zou wijken.
Colossenzen 1:29
Waartoe ik ook arbeide, strijdende naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht.
Hebreeën 13:21
Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd