Job 36:27
Want Hij trekt de druppelen der wateren op, die den regen na zijn damp uitgieten;
Psalmen 147:8
Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten;
Genesis 2:5-6
En allen struik des velds, eer hij in de aarde was, en al het kruid des velds, eer het uitsproot; want de HEERE God had niet doen regenen op de aarde, en er was geen mens geweest, om den aardbodem te bouwen.
Job 5:9
Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; wonderen, die men niet tellen kan;
Job 36:33
Daarvan verkondigt Zijn geklater, en het vee; ook van den opgaanden damp
Job 38:25-28
Wie deelt voor den stortregen een waterloop uit, en een weg voor het weerlicht der donderen?
Job 38:34
Kunt gij uw stem tot de wolken opheffen, opdat een overvloed van water u bedekke?
Psalmen 65:9-13
Gij bezoekt het land, en hebbende het begerig gemaakt, verrijkt Gij het grotelijks; de rivier Gods is vol waters; wanneer Gij het alzo bereid hebt, maakt Gij hunlieder koren gereed.
Psalmen 148:8
Vuur en hagel, sneeuw en damp; gij stormwind, die Zijn woord doet!
Jesaja 5:6
En Ik zal hem tot woestheid maken; hij zal niet besnoeid, noch omgehakt worden, maar distelen en doornen zullen daarin opgaan; en Ik zal den wolken gebieden, dat zij geen regen daarop regenen.
Jeremia 14:22
Zijn er onder de ijdelheden der heidenen, die doen regenen, of kan de hemel druppelen geven? Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God? Daarom zullen wij op U wachten, want Gij doet al die dingen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd