Job 37:15
Weet gij, wanneer God over dezelve orde stelt, en het licht Zijner wolk laat schijnen?
Job 28:24-27
Want Hij schouwt tot aan de einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen.
Job 34:13
Wie heeft Hem gesteld over de aarde, en wie heeft de ganse wereld geschikt?
Job 36:30-32
Zie, Hij breidt over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt Hij.
Job 37:11
Ook vermoeit Hij de dikke wolken door klaarheid; Hij verstrooit de wolk Zijns lichts.
Job 38:4-41
Waar waart gij, toen Ik de aarde grondde? Geef het te kennen, indien gij kloek van verstand zijt.
Psalmen 119:90-91
Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan;
Jesaja 40:26
Heft uw ogen op omhoog, en ziet, Wie deze dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid Zijner krachten, en omdat Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet een gemist.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd