Job 38:22

Zijt gij gekomen tot de schatkameren der sneeuw, en hebt gij de schatkameren des hagels gezien?

Job 37:6

Want Hij zegt tot de sneeuw: Wees op de aarde; en tot den plasregens des regens; dan is er de plasregen Zijner sterke regenen.

Psalmen 135:7

Hij doet dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen; Hij brengt den wind uit Zijn schatkameren voort.

Job 6:16

Die verdonkerd zijn van het ijs, en in dewelke de sneeuw zich verbergt.

Psalmen 33:7

Hij vergadert de wateren der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain