Job 38:8
Of wie heeft de zee met deuren toegesloten, toen zij uitbrak, en uit de baarmoeder voortkwam?
Genesis 1:9
En God zeide: Dat de wateren van onder de hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! en het was alzo.
Jeremia 5:22
Zult gijlieden Mij niet vrezen? spreekt de HEERE; zult gij voor Mijn aangezicht niet beven? Die der zee het zand tot een paal gesteld heb, met een eeuwige inzetting, dat zij daarover niet zal gaan; ofschoon haar golven zich bewegen, zo zullen zij toch niet vermogen, ofschoon zij bruisen, zo zullen zij toch daarover niet gaan.
Psalmen 33:7
Hij vergadert de wateren der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren.
Spreuken 8:29
Toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde;
Job 38:10
Toen Ik voor haar met Mijn besluit de aarde doorbrak, en zette grendel en deuren;
Psalmen 104:8-9
De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd