Job 4:1
Toen antwoordde Elifaz, de Themaniet, en zeide:
Job 2:11
Als nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem gekomen was, kwamen zij, ieder uit zijn plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; en zij waren het eens geworden, dat zij kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten.
Job 3:1-2
Daarna opende Job zijn mond, en vervloekte zijn dag.
Job 6:1
Maar Job antwoordde en zeide:
Job 8:1
Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:
Job 15:1
Toen antwoordde Elifaz, de Themaniet, en zeide:
Job 22:1
Toen antwoordde Elifaz, de Themaniet, en zeide:
Job 42:9
Toen gingen Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet, henen, en deden, gelijk als de HEERE tot hen gesproken had; en de HEERE nam het aangezicht van Job aan.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd