Job 4:4
Uw woorden hebben den struikelende opgericht, en de krommende knieen hebt gij vastgesteld;
Hebreeën 12:12
Daarom richt weder op de trage handen, en de slappe knieen;
Psalmen 145:14
Samech. De HEERE ondersteunt allen, die vallen, en Hij richt op alle gebogenen.
Spreuken 12:18
Daar is een, die woorden als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn.
Spreuken 16:23-24
Het hart eens wijzen maakt zijn mond verstandig, en zal op zijn lippen de lering vermeerderen.
Jesaja 35:3-4
Versterkt de slappe handen, en stelt de struikelende knieen vast.
Daniël 5:6
Toen veranderde zich de glans des konings, en zijn gedachten verschrikten hem; en de banden zijner lendenen werden los, en zijn knieen stieten tegen elkander aan.
2 Corinthiër 2:7
Alzo dat gij daarentegen hem liever moet vergeven en vertroosten, opdat de zodanige door al te overvloedige droefheid niet enigszins worde verslonden.
2 Corinthiër 7:6
Doch God, Die de nederigen vertroost, heeft ons getroost door de komst van Titus.
1 Thessalonicenzen 5:14
En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd