Genesis 1:2
De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.
Genesis 1:15
En dat zij zijn tot lichten in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde! En het was alzo.
Genesis 15:15
En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden.
Genesis 25:8
En Abraham gaf den geest en stierf, in goede ouderdom, oud en des levens zat, en hij werd tot zijn volken verzameld.
Genesis 42:38
Maar hij zeide: Mijn zoon zal met ulieden niet aftrekken; want zijn broeder is dood, en hij is alleen overgebleven; zo hem een verderf ontmoette op den weg, dien gij zult gaan, zo zoudt gij mijn grauwe haren met droefenis ten grave doen nederdalen.
Job 28:14
De afgrond zegt: Zij is in mij niet; en de zee zegt: Zij is niet bij mij.
Job 38:16
Zijt gij gekomen tot aan de oorsprongen der zee, en hebt gij in het onderste des afgronds gewandeld?
Job 38:30
Als met een steen verbergen zich de wateren, en het vlakke des afgrond wordt omvat.
Spreuken 16:31
De grijsheid is een sierlijke kroon; zij wordt op den weg der gerechtigheid gevonden.
Spreuken 20:29
Der jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden heerlijkheid is de grijsheid.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd