Job 6:24
Leert mij, en ik zal zwijgen, en geeft mij te verstaan, waarin ik gedwaald heb.
Psalmen 19:12
Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene afdwalingen.
Job 5:27
Zie dit, wij hebben het doorzocht, het is alzo; hoor het, en bemerk gij het voor u.
Job 10:2
Ik zal tot God zeggen: Verdoem mij niet; doe mij weten, waarover Gij met mij twist.
Job 32:11
Ziet, ik heb gewacht op ulieder woorden; ik heb het oor gewend tot ulieder aanmerkingen, totdat gij redenen uitgezocht hadt.
Job 32:15-16
Zij zijn ontzet, zij antwoorden niet meer; zij hebben de woorden van zich verzet.
Job 33:1
En gewisselijk, o Job! hoor toch mijn redenen, en neem al mijn woorden ter ore.
Job 33:31-33
Merk op, o Job! Hoor naar mij; zwijg, en ik zal spreken.
Job 34:32
Behalve wat ik zie, leer Gij mij; heb ik onrecht gewrocht, ik zal het niet meer doen.
Psalmen 32:8
Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.
Psalmen 39:1-2
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, voor Jeduthun. (1a) Ik zeide: Ik zal mijn wegen bewaren, dat ik niet zondige met mijn tong; ik zal mijn mond met een breidel bewaren, terwijl de goddeloze nog tegenover mij is.
Spreuken 9:9
Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen.
Spreuken 25:12
Een wijs bestraffer bij een horend oor, is een gouden oorsiersel, en een halssieraad van het fijnste goud.
Jakobus 1:19
Zo dan, mijn geliefde broeders, een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn;
Jakobus 3:2
Want wij struikelen allen in vele. Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man, machtig om ook het gehele lichaam in den toom te houden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd