Job 7:19
Hoe lang keert Gij U niet af van mij, en laat niet van mij af, totdat ik mijn speeksel inzwelge?
Job 9:18
Hij laat mij niet toe mijn adem te verhalen; maar Hij verzadigt mij met bitterheden.
Job 14:6
Wend U van hem af, dat hij rust hebbe, totdat hij als een dagloner aan zijn dag een welgevallen hebbe.
Psalmen 6:3
Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; en Gij, HEERE, hoe lange?
Psalmen 13:1-3
Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
Psalmen 94:3
Hoe lang zullen de goddelozen, o HEERE! hoe lang zullen de goddelozen van vreugde opspringen?
Openbaring 6:10
En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen, die op de aarde wonen?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd