Job 9:18

Hij laat mij niet toe mijn adem te verhalen; maar Hij verzadigt mij met bitterheden.

Job 7:19

Hoe lang keert Gij U niet af van mij, en laat niet van mij af, totdat ik mijn speeksel inzwelge?

Job 3:20

Waarom geeft Hij den ellendigen het licht, en het leven den bitterlijk bedroefden van gemoed?

Job 27:2

Zo waarachtig als God leeft, Die mijn recht weggenomen heeft, en de Almachtige, Die mijner ziel bitterheid heeft aangedaan!

Psalmen 39:13

[ (Psalms 39:14) Wend U van mij af, dat ik mij verkwikke, eer dat ik heenga, en ik niet meer zij. ]

Psalmen 88:7

Uw grimmigheid ligt op mij; Gij hebt mij nedergedrukt met al Uw baren. Sela.

Psalmen 88:15-18

Van der jeugd aan ben ik bedrukt en doodbrakende; ik draag Uw vervaarnissen, ik ben twijfelmoedig.

Klaagliederen 3:3

Aleph. Hij heeft Zich immers tegen mij gewend, Hij heeft Zijn hand den gansen dag veranderd.

Klaagliederen 3:15

He. Hij heeft mij met bitterheden verzadigd, Hij heeft mij met alsem dronken gemaakt.

Klaagliederen 3:18-19

Vau. Toen zeide ik: Mijn sterkte is vergaan, en mijn hoop van den HEERE.

Hebreeën 12:11

En alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen, die door dezelve geoefend zijn.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain