Job 9:28

Zo schroom ik voor al mijn smarten; ik weet, dat Gij mij niet onschuldig zult houden.

Psalmen 119:120

Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen.

Exodus 20:7

Gij zult den Naam des HEEREN uws Gods niet ijdellijk gebruiken; want de HEERE zal niet onschuldig houden, die Zijn Naam ijdellijk gebruikt.

Job 3:25

Want ik vreesde een vreze, en zij is mij aangekomen; en wat ik schroomde, is mij overkomen.

Job 7:21

En waarom vergeeft Gij niet mijn overtreding, en doet mijn ongerechtigheid niet weg? Want nu zal ik in het stof liggen; en Gij zult mij vroeg zoeken, maar ik zal niet zijn.

Job 9:2

Waarlijk, ik weet, dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig zijn bij God?

Job 9:20-21

Zo ik mij rechtvaardig, mijn mond zal mij verdoemen; ben ik oprecht, Hij zal mij toch verkeerd verklaren.

Job 10:14

Indien ik zondig, zo zult Gij mij waarnemen, en van mijn misdaad zult Gij mij niet onschuldig houden.

Job 14:16

Maar nu telt Gij mijn treden; Gij bewaart mij niet om mijner zonden wil.

Job 21:6

Ja, wanneer ik daaraan gedenk, zo word ik beroerd, en mijn vlees heeft een gruwen gevat.

Psalmen 88:15-16

Van der jeugd aan ben ik bedrukt en doodbrakende; ik draag Uw vervaarnissen, ik ben twijfelmoedig.

Psalmen 130:3

Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan?

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain