Johannes 10:19

Er werd dan wederom tweedracht onder de Joden, om dezer woorden wil.

Johannes 9:16

Sommigen dan uit de Farizeen zeiden: Deze Mens is van God niet, want Hij houdt den sabbat niet. Anderen zeiden: Hoe kan een mens, die een zondaar is, zulke tekenen doen? En er was tweedracht onder hen.

Mattheüs 10:34-35

Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.

Lukas 12:51-53

Meent gij, dat Ik gekomen ben, om vrede te geven op de aarde? Neen, zeg Ik u, maar veeleer verdeeldheid.

Johannes 7:40-43

Velen dan uit de schare, deze rede horende, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet.

Handelingen 14:4

En de menigte der stad werd verdeeld, en sommigen waren met de Joden, en sommigen met de apostelen.

Handelingen 23:7-10

En als hij dit gesproken had, ontstond er tweedracht tussen de Farizeen en de Sadduceen, en de menigte werd verdeeld.

1 Corinthiërs 3:3

Want gij zijt nog vleselijk; want dewijl onder u nijd is, en twist, en tweedracht, zijt gij niet vleselijk, en wandelt gij niet naar den mens?

1 Corinthiërs 11:18

Want eerstelijk, als gij samenkomt in de Gemeente, zo hoor ik, dat er scheuringen zijn onder u; en ik geloof het ten dele;

Treasury of Scripture Knowledge did not add