Johannes 11:8
De discipelen zeiden tot Hem: Rabbi! de Joden hebben U nu onlangs gezocht te stenigen, en gaat Gij wederom derwaarts?
Johannes 10:31
De Joden dan namen wederom stenen op, om Hem te stenigen.
Johannes 8:59
Zij namen dan stenen op, dat zij ze op Hem wierpen. Maar Jezus verborg Zich, en ging uit den tempel, gaande door het midden van hen; en ging alzo voorbij.
Psalmen 11:1-3
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. Ik betrouw op den HEERE; hoe zegt gijlieden tot mijn ziel: Zwerft henen naar ulieder gebergte, als een vogel?
Mattheüs 16:21-23
Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden.
Mattheüs 23:7
Ook de begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te worden: Rabbi, Rabbi!
Johannes 10:39
Zij zochten dan wederom Hem te grijpen, en Hij ontging uit hun hand.
Handelingen 20:24
Maar ik acht op geen ding, noch houde mijn leven dierbaar voor mijzelven, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, en den dienst, welken ik van den Heere Jezus ontvangen heb, om te betuigen het Evangelie der genade Gods.
Handelingen 21:12-13
Als wij nu dit hoorden, baden beiden wij en die van die plaats waren, dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd