Johannes 16:1

Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet geergerd wordt.

Mattheüs 11:6

En zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd worden.

Mattheüs 13:21

Doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond geergerd.

Mattheüs 26:31-33

Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geergerd worden in deze nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden.

Johannes 15:18-27

Indien u de wereld haat, zo weet, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft.

Johannes 16:4

Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de ure zal gekomen zijn, gij dezelve moogt gedenken, dat Ik ze u gezegd heb; doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, omdat Ik bij ulieden was.

Romeinen 14:21

Het is goed geen vlees te eten, noch wijn te drinken, noch iets, waaraan uw broeder zich stoot, of geergerd wordt, of waarin hij zwak is.

Filippenzen 1:10

Opdat gij beproeft de dingen, die daarvan verschillen, opdat gij oprecht zijt, en zonder aanstoot te geven, tot den dag van Christus;

1 Petrus 2:8

Dengenen namelijk, die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn.

Mattheüs 13:57

En zij werden aan Hem geergerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, en in zijn huis.

Mattheüs 24:10

En dan zullen er velen geergerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander haten.

Johannes 15:11

Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain