Johannes 2:8

En Hij zeide tot hen: Schept nu, en draagt het tot den hofmeester; en zij droegen het.

Spreuken 3:5-6

Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.

Prediker 9:6

Ook is alrede hun liefde, ook hun haat, ook hun nijdigheid vergaan; en zij hebben geen deel meer in deze eeuw in alles, wat onder de zon geschiedt.

Johannes 2:9

Als nu de hofmeester het water, dat wijn geworden was, geproefd had (en hij wist niet, van waar de wijn was; maar de dienaren, die het water geschept hadden, wisten het), zo riep de hofmeester den bruidegom.

Romeinen 13:7

Zo geeft dan een iegelijk, wat gij schuldig zijt; schatting, dien gij de schatting, tol, dien gij den tol, vreze, dien gij de vreze, eer, die gij de eer schuldig zijt.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain