Johannes 20:29

Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben.

1 Petrus 1:8

Denwelken gij niet gezien hebt, en nochtans liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde;

2 Corinthiër 5:7

(Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.)

Lukas 1:45

En zalig is zij, die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.

Johannes 4:48

Jezus dan zeide tot hem: Tenzij dat gijlieden tekenen en wonderen ziet, zo zult gij niet geloven.

Johannes 20:8

Toen ging dan ook de andere discipel er in, die eerst tot het graf gekomen was, en zag het, en geloofde.

Hebreeën 11:1

Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.

Hebreeën 11:27

Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende den toorn des konings; want hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke.

Hebreeën 11:39

En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain