Johannes 20:5
En als hij nederbukte, zag hij de doeken liggen; nochtans ging hij er niet in.
Johannes 19:40
Zij namen dan het lichaam van Jezus, en bonden dat in linnen doeken met de specerijen, gelijk de Joden de gewoonte hebben van begraven.
Johannes 11:44
En de gestorvene kwam uit, gebonden aan handen en voeten met grafdoeken, en zijn aangezicht was omwonden met een zweetdoek. Jezus zeide tot hen: Ontbindt hem, en laat hem heengaan.
Johannes 20:11
En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd