En Petrus, zich omkerende, zag den discipel volgen, welken Jezus liefhad, die ook in het avondmaal op Zijn borst gevallen was, en gezegd had: Heere! wie is het, die U verraden zal?

De discipel dan, welken Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere! Simon Petrus dan, horende, dat het de Heere was, omgordde het opperkleed (want hij was naakt), en wierp zichzelven in de zee.

Zij liep dan, en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben den Heere weggenomen uit het graf, en wij weten niet, waar zij Hem gelegd hebben.

En een van Zijn discipelen was aanzittende in den schoot van Jezus, welken Jezus liefhad.

Deze is de discipel, die van deze dingen getuigt, en deze dingen geschreven heeft; en wij weten, dat zijn getuigenis waarachtig is.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling