Johannes 4:31
En ondertussen baden Hem de discipelen, zeggende: Rabbi, eet.
Genesis 24:33
Daarna werd hem te eten voorgezet; maar hij zeide: Ik zal niet eten, totdat ik mijn woorden gesproken heb. En hij zeide: Spreek!
Mattheüs 23:7
Ook de begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te worden: Rabbi, Rabbi!
Johannes 1:38
En Jezus Zich omkerende, en ziende hen volgen, zeide tot hen:
Handelingen 16:30-34
En hen buiten gebracht hebbende, zeide hij: Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd