Johannes 4:37
Want hierin is die spreuk waarachtig: Een ander is het, die zaait, en een ander, die maait.
Micha 6:15
Gij zult zaaien, maar niet maaien; gij zult olijven treden, maar u met olie niet zalven, en most, maar geen wijn drinken.
Job 31:8
Zo moet ik zaaien, maar een ander eten, en mijn spruiten moeten uitgeworteld worden!
Richteren 6:3
Want het geschiedde, als Israel gezaaid had, zo kwamen de Midianieten op, en de Amalekieten, en die van het oosten kwamen ook op tegen hen.
Lukas 19:21
Want ik vreesde u, omdat gij een straf mens zijt; gij neemt weg, wat gij niet gelegd hebt, en gij maait, wat gij niet gezaaid hebt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd