Johannes 6:49

Uw vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn, en zij zijn gestorven.

Johannes 6:31

Onze vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn; gelijk geschreven is: Hij gaf hun het brood uit den hemel te eten.

Johannes 6:58

Dit is het Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; niet gelijk uw vaders het Manna gegeten hebben, en zijn gestorven. Die dit Brood eet, zal in der eeuwigheid leven.

Numberi 26:65

Want de HEERE had van die gezegd, dat zij in de woestijn gewisselijk zouden sterven; en er was niemand van hen overgebleven, dan Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.

Zacharia 1:5

Uw vaderen, waar zijn die? En de profeten, zullen zij in eeuwigheid leven?

1 Corinthiërs 10:3-5

En allen dezelfde geestelijke spijs gegeten hebben;

Hebreeën 3:17-19

Over welke nu is Hij vertoornd geweest veertig jaren? Was het niet over degenen, die gezondigd hadden, welker lichamen gevallen zijn in de woestijn?

Judas 1:5

Maar ik wil u indachtig maken, als die dit eenmaal weet, dat de Heere, het volk uit Egypteland verlost hebbende, wederom degenen, die niet geloofden, verdorven heeft.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain