Johannes 7:10

Maar als Zijn broeders opgegaan waren, toen ging Hij ook Zelf op tot het feest, niet openlijk, maar als in het verborgen.

Psalmen 26:8

HEERE! ik heb lief de woning van Uw huis, en de plaats des tabernakels Uwer eer.

Psalmen 40:8

Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands.

Jesaja 42:2-3

Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten.

Amos 5:13

Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn.

Mattheüs 3:15

Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af.

Mattheüs 10:16

Ziet, Ik zend u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven.

Johannes 7:3

Zo zeiden dan Zijn broeders tot Hem: Vertrek van hier, en ga heen in Judea, opdat ook Uw discipelen Uw werken mogen aanschouwen, die Gij doet.

Johannes 7:5

Want ook Zijn broeders geloofden niet in Hem.

Johannes 11:54

Jezus dan wandelde niet meer vrijelijk onder de Joden; maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de stad, genaamd Efraim, en verkeerde aldaar met Zijn discipelen.

Galaten 4:4

Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;

Treasury of Scripture Knowledge did not add