12 En er was veel gemurmels van Hem onder de scharen. Sommigen zeiden: Hij is goed; en anderen zeiden: Neen, maar Hij verleidt de schare.
12 There was much grumbling among the crowds concerning Him; some were saying, “He is a good man”; others were saying, “No, on the contrary, He leads the people astray.”
18 Die van zichzelven spreekt, zoekt zijn eigen eer; maar Die de eer zoekt Desgenen, Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig, en geen ongerechtigheid is in Hem.
18 He who speaks from himself seeks his own glory; but He who is seeking the glory of the One who sent Him, He is true, and there is no unrighteousness in Him.
23 Indien een mens de besnijdenis ontvangt op den sabbat, opdat de wet van Mozes niet gebroken worde; zijt gij toornig op Mij, dat Ik een gehelen mens gezond gemaakt heb op den sabbat?
23 If a man receives circumcision on the Sabbath so that the Law of Moses will not be broken, are you angry with Me because I made an entire man well on the Sabbath?
28 Jezus dan riep in den tempel, lerende en zeggende: En gij kent Mij, en gij weet, van waar Ik ben; en Ik ben van Mijzelven niet gekomen, maar Hij is waarachtig, Die Mij gezonden heeft, Welken gijlieden niet kent.
28 Then Jesus cried out in the temple, teaching and saying, “You both know Me and know where I am from; and I have not come of Myself, but He who sent Me is true, whom you do not know.
31 En velen uit de schare geloofden in Hem, en zeiden: Wanneer de Christus zal gekomen zijn, zal Hij ook meer tekenen doen dan die, welke Deze gedaan heeft?
31 But many of the crowd believed in Him; and they were saying, “When the Christ comes, He will not perform more signs than those which this man has, will He?”
35 De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal Deze heengaan, dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot de verstrooide Grieken gaan, en de Grieken leren?
35 The Jews then said to one another, “Where does this man intend to go that we will not find Him? He is not intending to go to the Dispersion among the Greeks, and teach the Greeks, is He?
39 (En dit zeide Hij van den Geest, Denwelken ontvangen zouden, die in Hem geloven; want de Heilige Geest was nog niet, overmits Jezus nog niet verheerlijkt was.)
39 But this He spoke of the Spirit, whom those who believed in Him were to receive; for the Spirit was not yet given, because Jesus was not yet glorified.