Jona 2:5
De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
Psalmen 69:1-2
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim. (1a) Verlos mij, o God! want de wateren zijn gekomen tot aan de ziel.
Psalmen 40:2
En Hij heeft mij uit een ruisenden kuil, uit modderig slijk opgehaald, en heeft mijn voeten op een rotssteen gesteld, Hij heeft mijn gangen vastgemaakt.
Klaagliederen 3:54
Tsade. De wateren zwommen over mijn hoofd; ik zeide: Ik ben afgesneden!
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd