Jozua 10:38
Toen keerde Jozua, en gans Israel met hem, naar Debir, en hij krijgde tegen haar.
Jozua 15:15
En van daar toog hij opwaarts tot de inwoners van Debir, (de naam van Debir nu was te voren Kirjath-Sefer).
Jozua 12:13
De koning van Debir, een; de koning van Geder, een;
Jozua 15:49
En Danna, en Kirjath-Sanna, die is Debir,
Jozua 21:15
En Holon en haar voorsteden, en Debir en haar voorsteden;
Richteren 1:11-15
En van daar was hij heengetogen tegen de inwoners van Debir; de naam nu van Debir was te voren Kirjath-Sefer.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd