Verder zal deze landpale uitgaan aan de zijde van Ekron, noordwaarts, en deze landpale zal strekken naar Sichron aan, en over den berg Baala gaan, en uitgaan te Jabneel; en de uitgangen dezer landpale zullen zijn naar de zee.

Ekron, en haar onderhorige plaatsen, en haar dorpen.

En Elon, en Timnatha, en Ekron,

Toen zonden zij de ark Gods naar Ekron; maar het geschiedde, als de ark Gods te Ekron kwam, zo riepen die van Ekron, zeggende: Zij hebben de ark des Gods van Israel tot mij rondom gebracht, om mij en mijn volk te doden.

En de steden, welke de Filistijnen van Israel genomen hadden kwamen weder aan Israel, van Ekron tot Gath toe; ook rukte Israel derzelver landpale uit de hand der Filistijnen; en er was vrede tussen Israel en tussen de Amorieten.

En Ahazia viel door een tralie in zijn opperzaal, die te Samaria was, en werd krank. En hij zond boden, en zeide tot hen: Gaat heen, vraagt Baal-Zebub, den god van Ekron, of ik van deze krankheid genezen zal.

En zij zeiden tot hem: Een man kwam op, ons tegemoet, en zeide tot ons: Gaat heen, keert weder tot den koning die u gezonden heeft, en spreekt tot hem: Zo zegt de HEERE: Is het, omdat er geen God in Israel is, dat gij zendt, om Baal-Zebub, den god van Ekron, te vragen? Daarom zult gij van dat bed, waarop gij geklommen zijt, niet afkomen, maar gij zult den dood sterven.

En hij sprak tot hem: Zo zegt de HEERE: Daarom, dat gij boden gezonden hebt, om Baal-Zebub, den god van Ekron, te vragen (is het, omdat er geen God in Israel is, om Zijn woord te vragen?); daarom, van dat bed, waarop gij geklommen zijt, zult gij niet afkomen, maar gij zult den dood sterven.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling