Jozua 19:36

En Adama, en Rama, en Hazor,

Jozua 11:1

Het geschiedde daarna, als Jabin, de koning van Hazor, dit hoorde, zo zond hij tot Jobab, den koning van Madon, en tot den koning van Simron, en tot den koning van Achsaf,

Jozua 11:20

Want het was van den HEERE, hun harten te verstokken, dat zij Israel met oorlog tegemoet gingen, opdat hij hen verbannen zoude, dat hun geen genade geschiedde, maar opdat hij hen verdelgen zoude, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.

Jozua 12:19

De koning van Madon, een; de koning van Hazor, een;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain