Jozua 21:39

Hesbon en haar voorsteden, Jaezer en haar voorsteden: al die steden zijn vier.

Numberi 21:26-30

Want Hesbon was de stad van Sihon, den koning der Amorieten; en hij had gestreden tegen den vorigen koning der Moabieten, en hij had al zijn land uit zijn hand genomen, tot aan de Arnon.

Numberi 32:1

De kinderen van Ruben nu hadden veel vee, en de kinderen van Gad hadden machtig veel; en zij bezagen het land Jaezer, en het land van Gilead, en ziet, deze plaats was een plaats voor vee.

Numberi 32:3

Ataroth, en Dibon, en Jaezer, en Nimra, en Hesbon, en Eleale, en Schebam, en Nebo, en Behon;

Numberi 32:35

En Atroth-Sofan, en Jaezer, en Jogbeha,

Numberi 32:37

En de kinderen van Ruben bouwden Hezbon, en Eleale, en Kirjathaim,

Jozua 13:17

Hesbon en al haar steden, die in het vlakke land zijn, Dibon, en Bamoth-Baal, en Beth-Baal-meon,

Jozua 13:21

En alle steden des vlakken lands, en het ganse koninkrijk van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon regeerde, denwelken Mozes geslagen heeft, mitsgaders de vorsten van Midian, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, geweldigen van Sihon, inwoners des lands.

1 Kronieken 6:81

En Hesbon en haar voorsteden, en Jaezer en haar voorsteden.

Jesaja 16:8-9

Want de velden van Hesbon zijn verflauwd, ook de wijnstok van Sibma, de heren der heidenen hebben zijn uitgelezen planten verpletterd; zij reiken tot Jaezer toe, zij dwalen door de woestijn; hun scheuten zijn uitgespreid, zij zijn gegaan over zee.

Jeremia 48:32

Boven het geween van Jaezer zal Ik u bewenen, gij wijnstok van Sibma! uw wijnranken zijn over zee gegaan, zij hebben gereikt tot aan Jaezers zee; maar de verstoorder is gevallen op uw zomervruchten en op uw wijnoogst;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain