Joshua
Jozua 24:28
Toen zond Jozua het volk weg, een ieder naar zijn erfdeel.
Richteren 2:6
Als Jozua het volk had laten gaan, zo waren de kinderen Israels heengegaan, een ieder tot zijn erfdeel, om het land erfelijk te bezitten.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd