Jozua 6:10

Jozua nu had het volk geboden, zeggende: Gij zult niet juichen, ja, gij zult uw stem niet laten horen, en geen woord zal er uit uw mond uitgaan, tot op den dag, wanneer ik tot ulieden zeggen zal: Juicht! dan zult gij juichen.

2 Samuël 5:23-24

En David vraagde den HEERE, Dewelke zeide: Gij zult niet optrekken; maar trek om tot achter hen, dat gij aan hen komt van tegenover de moerbezienbomen;

Jesaja 28:16

Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefden steen, een kostelijken hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten.

Jesaja 42:2

Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten.

Mattheüs 12:19

Hij zal niet twisten, noch roepen, noch zal er iemand Zijn stem op de straten horen.

Lukas 24:49

En ziet, Ik zende de belofte Mijns Vaders op u; maar blijft gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte.

Handelingen 1:7

En Hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain