Klaagliederen 3:41

Nun. Laat ons onze harten opheffen, mitsgaders de handen, tot God in den hemel, zeggende:

Psalmen 25:1

Een psalm van David. Aleph. Tot U, o HEERE! hef ik mijn ziel op.

Psalmen 28:2

Hoor de stem mijner smekingen, als ik tot U roep, als ik mijn handen ophef naar de aanspraakplaats Uwer heiligheid.

Psalmen 141:2

Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen als het avondoffer.

Psalmen 63:4

Alzo zou ik U loven in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen.

Psalmen 86:4

Verheug de ziel Uws knechts; want tot U, HEERE! verhef ik mijn ziel.

Psalmen 143:6-8

Ik breid mijn handen uit tot U; mijn ziel is voor U als een dorstig land. Sela.

1 Thessalonicenzen 2:8

Alzo wij, tot u zeer genegen zijnde, hebben u gaarne willen mededelen niet alleen het Evangelie van God, maar ook onze eigen zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain