Gimel. Ook wanneer ik roep en schreeuw, sluit Hij de oren voor mijn gebed.

Ik schrei tot U, maar Gij antwoordt mij niet; ik sta, maar Gij acht niet op mij.

Mijn God! Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte.

Ziet, ik roep, geweld! doch word niet verhoord; ik schreeuw, doch er is geen recht.

O HEERE, God der heirscharen! hoe lang zult Gij roken tegen het gebed Uws volks?

Samech. Gij hebt U met een wolk bedekt, zodat er geen gebed doorkwam.

HEERE! hoe lang schreeuw ik, en Gij hoort niet, hoe lang roep ik geweld, tot U, en Gij verlost niet!

En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling