Leviticus 10:20

Als Mozes dit hoorde, zo was het goed in zijn ogen.

2 Kronieken 30:18-20

Want een menigte des volks, velen van Efraim en Manasse, Issaschar en Zebulon, hadden zich niet gereinigd, maar aten het pascha, niet gelijk geschreven is. Doch Jehizkia bad voor hen, zeggende: De HEERE, die goed is, make verzoening voor dien.

Zacharia 7:8-9

Verder geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharia, zeggende:

Mattheüs 12:3-7

Maar Hij zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, wat David gedaan heeft, toen hem hongerde, en hun, die met hem waren?

Mattheüs 12:20

Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen, totdat Hij het oordeel zal uitbrengen tot overwinning.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain